Mijn dochter van ruim anderhalf is dol op boekjes (voor)lezen. Nu ze ook eindelijk het geduld heeft om te luisteren naar het verhaal, en niet alleen maar bladert om de plaatjes te zien, sluipen er meer en meer boeken in huis. Ik heb er nooit eerder bij stilgestaan, maar het is inmiddels overduidelijk dat in de meeste kinderboeken die we in huis hebben dieren de hoofdrolspelers zijn. Ik vroeg me af waarom dat eigenlijk is. Legt dat bijvoorbeeld niet een basis voor kinderen om de rest van hun leven menselijke eigenschappen op andere dieren te projecteren? En is dat goed of slecht? Recent deed er nog een onderzoek de ronde dat kinderen meer zouden leren van boeken met kinderen als hoofdfiguur. Een definitieve conclusie naar aanleiding van dat onderzoek is echter niet te trekken.
In een korte zoektocht online vond ik op meerdere plekken een argument dat logisch klinkt. Een dier is neutraler van afkomst dan een getekend kind. Je hoeft niet te kiezen voor een huidskleur, lengte of dikte. Wat dan vervolgens wel weer blijkt is dat, hoe neutraal een dier ook lijkt, de meeste van deze dieren van het mannelijke geslacht blijken.
In ieder geval is het gebruik van dieren in literatuur voor kinderen al een oude traditie, lees ik bij The British Library. Ik ben er zelf ook me groot geworden. En behalve dan dat ik mijn katten wel eens betrap op een glimlach is het met mij allemaal best goed gekomen. Mijn dochter zal het ook wel overleven, maar ik ga zeker wel in het voorlezen ‘hij’ door ‘zij’ vervangen waar het kan en boeken in huis halen met vrouwelijke rolmodellen. Het eerste exemplaar ligt al op haar te wachten.