Luister vooral de audioversie van dit gedicht:

Ik loop over straat,
heb net boodschappen gedaan.
Ik heb honger en het is al laat.
Ik wil alvast mijn sleutels pakken
Als ik hem aan de overkant van de straat zie gaan.
M’n zesde zintuig versnelt mijn pas, maar ik draag hakken.
Zijn sneakers zetten veel grotere passen
En twaalf stappen verwijderd van mijn voordeur
Blokkeert hij de weg voor mij en m’n tassen.

Ik weet wat er gaat komen.
Om hem heen hangt die typische geur:
Haat en woede die al jaren op laag vuur staan te koken.
Natuurlijk ben ik bang,
Maar mijn angst ontstijgt elke wereldse ervaring.
Hoe die te accepteren weet ik al lang.

Als een uit het nest gevallen vogeltje sta ik op de stoep.
Hij staat als een kat voor me, wachtend op een beweging van mij, het kleine ding.
Een speelse poot tegen m’n schouder, plagend, zodat ik om hulp roep.
Dan gaat zijn mond open.
Ik zet mijn oren uit.
Om te weten wat hij zegt hoef ik hem niet te horen.

Zijn onderkaak gaat fel op en neer
Ik kan zien dat zijn tandarts met regelmaat zijn kiezen volspuit
Waarschijnlijk te danken aan een belabberd dieet van suiker, alcohol en teer.
Belletjes zitten in zijn mondhoeken.
Ze vliegen mee met zijn verhaal.

Dus dit is wat ze schuimbekken noemen.

De woorden uit zijn mond vormen het standaard riedeltje
Ik hoor hier niet te lopen met mijn damestas en kasjmier sjaal.
Ik weet dat zijn woorden niet over mij gaan, maar over zijn eigen piemeltje.
Desondanks belichaamt mijn lijf de teloorgang van zijn veilige staat.
Door zwarte brogues te verruilen voor rode hakken pleeg ik hoogverraad.
Mijn aanblik vervuilt zijn straat. Mijn straat.

Met zijn woorden martelt hij me het liefst weer in het gelid.
Ben ik weer een miezerig mannetje in lichtblauw hemd dat nu voor hem staat.
Maar het enige martelwerktuig aan het werk blijkt mijn knielange rok met split.
Zijn walging druipt nu langs mijn rechterwang naar beneden.
Dan volgt de langverwachte uithaal.
De vorige ontmoeting met afgetrainde knokkels is toch al weer twee maanden geleden.

Ik val en laat me vallen.
Terwijl ik naar de stoeptegels afdaal
Slaat voor heel even de twijfel toe: waarom pas ik niet in een van zijn mallen?

Mijn hoofd stuitert na op de grond, maar ik houd m’n ogen dicht.
Ervaring heeft me geleerd roerloos te blijven liggen om erger te voorkomen.
Zo stil als ik daar lig, zo hard schreeuwt mijn hart woorden aan hem en de zijnen gericht.

Je denkt dat jij mijn leven een hel kunt maken met een vuist?
Geloof me maar, de hel is waar ik vijfendertig jaar in heb moeten wonen.
Een leven lang heb ik mezelf verguist.
De hel is de lange weg die ik heb gelopen naar het diepste van mijn zijn.
Een pad zo vol met gevaren dat een klap van jou slechts een steen is om over heen te stappen.
Geloof me, dat pad is waar ik mijn schets van de hel tot in het kleinste detail verfijn.

Er is geen plek voor mij in deze wereld?
In mijn gedachten heb ik mijzelf al zo vaak uit de vergelijking van de wereld proberen te schrappen,
Maar telkens is de uitkomst van die vergelijking dat ik moet blijven bestaan, zelfs als ik mezelf niet duldt.
Ik heb nu eindelijk de weg naar mij gevonden en daar loop ik op.
Met kasjmieren sjaals, damestassen en rode hakken.
Vele malen sjieker dan dat leren jack van jou, uitgewoond door het versleten verhaal dat komt uit jouw rotkop.

Maar hij is al weg.
De stoeptegels zijn koud, maar ik blijf nog heel even liggen voor ik de boodschappen op ga pakken.
Ik doe mijn ogen open en terwijl ik aan de wolken uitleg
Dat ik het ook niet kan helpen
dat ik ben zoals ik ben
Met voorlopig nog die piemel die hij wel had willen hebben
Loopt het bloed langs m’n wang naar beneden.
Vanavond koken kan ik vergeten
Eerst naar het ziekenhuis, ach het was toch al gauw weer twee maanden geleden.

Reacties

  1. Robin 31 oktober 2018 at 8:01 am - Reply

    Hi Elmine,

    Pittig, pittig einde!

    Je hebt een goede stem. Heel anders dan dat je tegenover mij zit. Dan heb ik beeld erbij. En realiseer ik mij nu dat dit misschien wel veel afleidt van wat je te vertellen hebt. De aandacht wordt dan verdeeld over meer zintuigen. Grappig om te ervaren.

    Tot slot, knap hoe je dit gedicht (verhaal) in elkaar hebt gezet. Ik kan het niet altijd volgen maar dat is denk ik ook de bedoeling. Het laat aan de verbeelding over.

    Leuk! Tot snel.
    Robin

    • Elmine Wijnia 31 oktober 2018 at 9:32 am - Reply

      Dank je Robin. En een goede microfoon doet ook wonderen 😉

  2. Sia 1 november 2018 at 7:53 pm - Reply

    Nu toegekomen aan luisteren Elmine. Ik was je stem zo’n beetje vergeten. Prettig om naar te luisteren. Na het luisteren de tekst gelezen.
    Bij het mannetje in lichtblauw hemd had het duidelijk moeten zijn, maar dat was het niet. Goed geschreven dus.
    Die piemel die hij wel had willen hebben? Die kan ik niet plaatsen. Als hij een zij is maar een hij wil zijn, dan zou deze agressie er niet uitkomen.
    Tja, mooi om dus meegenomen te worden in wat voor mij een gedeeltelijk raadsel is dus.

    Groet, Sia

    • Elmine Wijnia 2 november 2018 at 8:32 am - Reply

      Dank je voor je lieve woorden Sia! En over die piemel, een hint: iemand in transitie heeft soms nog iets dat niet past bij vrouw zijn. En mijn hoofdfiguur schat die groter in dan die van de man die slaat. Snap je ‘m nu?

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.