Als je eerste kennismaking met een potentiële liefdeskandidaat gehuld gaat in een eindeloze zoektocht naar dat ene woord dat je allebei wél begrijpt, dan zal de liefde die had kunnen zijn nooit groeien. Dat is ongeveer mijn kennismaking met poëzie. In de lessen Nederlands op school kwam ik niet verder dan regels ontcijferen van gedichten die niet over mij gingen, noch over een tijd waar ik iets van had geleefd. Kleinschalig als mijn leven was, kon ik mij niet door het eindeloos lijkend aantal lagen van verhulde betekenis graven waarmee de dichters van, voor een tiener al lang, vervlogen tijden hun wereldbeeld weergaven. Poëzie en ik waren geen match.
Als je dan na een half leven geleid te hebben zelf serieuzer begint te kijken naar de woorden die een zin maken en er achter komt dat er telkens zinnen achter elkaar uit je pen vloeien die gezamenlijk verdacht veel lijken op een gedicht, wordt het tijd om deze verschijning opnieuw te leren kennen en het eerste oordeel te heroverwegen. Zo heb ik in de afgelopen jaren voor het eerst, dankzij Stephen Fry, serieus gespeeld met jamben en voeten, ritme en rijm. Er staan ineens dichtbundels in mijn boekenkast. En nog recenter struin ik zelfs het internet af naar de gesproken varianten. Wat blijkt? De liefde tussen mij en poëzie groeit.
Verklaarde ik vroeger de gemiddelde Brit die hele gedichten uit het hoofd kan opdreunen voor gek, nu denk ik regelmatig dat ik gaten in mijn kennis heb, omdat ik niet eens één regel van Slauerhoff weet. Ik ben gegrepen door poetry slam, veelvuldig op Youtube te vinden, en baal elke schrijfdag weer dat het mij niet lukt de zinnen die in mijn hoofd rondspoken naar buiten te schrijven. Geen dag gaat er voorbij of er schiet me een zin te binnen die de potentie heeft door te groeien tot een gedicht, van vrije vorm tot sonnet.
Het is dan ook met alle liefde dat ik een paar links deel die mijn ontluikende liefde voedden in de afgelopen weken.
De titel van het artikel zegt het al: How poetry can light up your darker moments (The Guardian)
In aansluiting daarop ben ik onder de indruk hoe anderen woorden kunnen geven aan het type donkere dagen dat ook ik heb meegemaakt. Kijk bijvoorbeeld naar deze ‘performance’ van Reagan Myers: Depression is funny like that.
Voor elke fase in je leven kun je wel een gedicht vinden: From John Keats to Nick Cave: poems for every stage in life (The Guardian)
En tot slot hoe veel sterker een argument wordt door goed geschreven woord en goed geschoten beeld te combineren. Vele malen indrukwekkender dan een politicus die achter een houten doos verkondigt hoe de wereld zou moeten zijn.
Ja, het zijn allemaal Engelstalige voorbeelden. Ik denk dat het iets te maken heeft met het wel of niet leren opdreunen van gedichten op school. En de omvang van het taalgebied natuurlijk.