Mijn voeten stappen dronken op m’n pad.
Het zwarte zand van Ommeland golft zonder
koppen op het maaiveld langs Damster oever
en verder in de richting van het Wad.

Het recht gegraven landschap wordt ontsierd
door scheuren in de muren van de huizen
waar vroeger nog de herenboeren heersten
over land waar stille trots nu zegeviert.

Vanaf het pad hoor ik een doffe dreun.
Het zijn mijn jeugdherinneringen die vergaan.
Terwijl ik neerstort zoekt mijn hand naar steun,

maar mijn lege hand zal op de bodem slaan.
Het maaiveld weer een beetje lager leun
ik op mijn Ommeland waar mijn bed blijft staan.

© Elmine Wijnia

Achtergrond bij dit gedicht.

Reacties

    Mentions

  • 💬 Een sonnet voor Groningen

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.